A

ACTIE
(1) Iemands beurt om te handelen tijdens een hand.
(2) Inzetten of verhogen.
(3) Gebruikt om een spel te beschrijven waarin veelwordt ingezet en verhoogd.
 
ALL-IN
Een inzet waarbij een speler al zijn chips in de pot
doet.

ANTE
Een kleine inzet die alle spelers moeten plaatsen
voordat een hand wordt uitgedeeld. Een ante is gelijk aan een blind, maar
iedereen moet hem inzetten voordat een hand begint. Antes spekken vanaf het
begin de pot.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

B

BACKDOOR
Hierbij krijg je bij de turn en de river de kaarten die
je nodig hebt om je hand te maken. Ligt er bijvoorbeeld een harten op het
board, heb je er twee in je hand en bij de turn en de river komen er nog twee
harten, dan heb je een 'backdoor'-flush gemaakt.

BAD BEAT
Een speler die aanvankelijk een grote statistische
voorsprong op een tegenstander had, verliest de hand tegen die tegenstander
nadat de flop, turn of river is gevallen.

BAD BEAT VERHAAL
Het navertellen of herinneren van een bad beat. Dit
zijn vaak saaie verhalen waarvan je het einde al weet. Bijvoorbeeld: "Ik
had aas-koning en mijn tegenstanders had 2-3. Er lag een aas op het board. De
turn was een 4 en - geloof jij het? - de river was een 5!"

BIG BLIND
Het aantal chips dat de tweede speler links van de
dealer moet inzetten. De hoeveelheid hangt af van de stakes. Net als een ante
is dit een vast bedrag dat de pot het spelen waard maakt voordat de actie
begint. Het is gelijk aan een eerste volledige ronde inzetten. Het wordt een
blind genoemd, omdat het wordt ingezet zonder de kaarten eerst te hebben
gezien.

BLIND
De algemene term voor de big blind of small blind. Als
je een van de blinds bent, zit je direct links naast de dealerknop (de positie
van de small blind), of een plaats verder naar links (de big blind).

BOARD
De gemeenschapskaarten die iedereen in combinatie met
de kaarten in zijn hand gebruikt om de beste hand te vormen.
BUBBLE
De bubble is de laatste plek in een toernooi die geen
geld ontvangt. Als er bijvoorbeeld 450 spelers in een toernooi zijn en de beste
45 worden uitbetaald, is de 46e plaats de 'bubble'.

BURN
Het weggooien van de bovenste kaart voorafgaand aan
elke biedronde. Als de bovenste kaart een onderscheidende markering heeft,
zorgt de burnkaart ervoor dat de volgende kaart verborgen blijft totdat hij op
tafel komt. Op die manier wordt informatie niet op oneerlijke wijze opzettelijk
of per ongeluk vrijgegeven.

BUTTON
De positie van de dealer. In live poker wordt deze
meestal aangeduid via een plastic schijf die voor de dealer ligt. Elke keer dat
de dealer de kaarten schudt voor een nieuwe hand, draait de button met de klok
mee. De button is een positie met voordelen, want hij handelt als laatste
tijdens een biedronde.

BUY-IN
De inkoopkosten om mee te doen aan een toernooi, of het
minimumbedrag dat nodig is om aan een cash-game van een bepaalde tafel mee te
doen. Meestal 20 keer de big blind. Bij een tafel van bijvoorbeeld € 5,00 / €
10,00, moet je € 200,00 inleggen om plaats te nemen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

C

CALL
Het minimumbedrag dat je in de pot moet leggen om de
hand te blijven spelen.

CHECK
Als je ervoor kiest om niet in te zetten. Als er voor
jou geen actie (inzet) is geweest, kun je niets callen. Als je niet wilt
inzetten, kun je simpelweg 'checken'. Als tijdens een biedronde een speler na
jou een actie doet, komt de actie uiteindelijk terug bij jou en kun je callen,
weggooien of verhogen.

CHECK-RAISE
Bij een check-raise checkt een speler bij de eerste
mogelijkheid om in te zetten, en verhoogt een inzet die daarna tijdens dezelfde
biedronde is gedaan.

COLD CALL
Als je twee of meer inzetten callt wanneer het jouw
beurt is. Als je callt nadat er op een pot is geboden en er verhoogd is, heet
dat een cold call.

CONNECTOR
Opeenvolgende kaarten in je hand. Een klaveren 5 en
harten 6 zijn connectors. Als de connectors dezelfde kleur hebben, zijn het 'suited
connectors' - bijv. schoppen 5 en 6.

COMMUNITY CARDS (GEMEENSCHAPSKAARTEN)
Kaarten die met de voorkant in het middel van de tafel
worden gelegd en waarmee alle spelers een hand kunnen maken.

COUNTERFEIT
Een dubbele kaart van het board die je hand erg
verzwakt. Als je een paar 6'en in je hand hebt, het board aas-aas-7-4 is en de
riverkaart een 7 is, ben je 'gecounterfeit'. Je had twee paar, maar nu heeft
het board twee betere paren. Een andere speler met een kaart hoger dan 6 in
zijn hand verslaat nu jouw hand.

CUT-OFF
De eerste plaats rechts van de button.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

D

DEALER
De speler die de stok schudt en de kaarten uitdeelt.

DEALER BUTTON
De button (vaak een plastic schijf in live poker) dieaangeeft wie de dealer is. Hij wordt elke hand met de klok mee doorgegeven.
 
DRAW (TREKKEN)
Aan een hand mee blijven doen in de hoop dat je hemverbetert. Je hebt bijvoorbeeld nog niets concreets, maar met een of meerkaarten maak je een straight of flush. Als je een biedronde callt (of verhoogt)om te zien of je de benodigde kaart(en) krijgt, ben je aan het 'trekken'. Demeest voorkomende draws zijn voor flushes (trekken voor een flush) en straights(trekken voor een straight). Je kunt ook trekken voor een three of a kind, fullhouse of nog betere combinatie.
 
DRAWING DEAD
Je trekt, maar het is zinloos omdat geen enkele kaart
in de stapel je een winnende hand zal geven. Als je twee paar hebt en hoopt bij
de river een full house te maken, maar je tegenstander al four of a kind heeft,
heet dat 'drawing dead' ('dood trekken').

DRAW OUT
Als je een kaart krijgt die je verliezende hand in een
winnende hand verandert.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

F

FLOP
De eerste drie gemeenschapskaarten die na de eerste
biedronde worden gedeeld.

FLUSH
Een pokerhand van vijf kaarten van dezelfde kleur.

FOLD
Opgeven door je kaarten met de voorkant naar beneden op
tafel weg te gooien. Je verliest alles wat je tot dan hebt ingezet. Gooi je
kaarten alleen weg als je denkt dat je hand te zwak is om het tegen andere
spelers op te nemen.

FOUR OF A KIND
Een hand met alle vier de kaarten van hetzelfde getal.

FULL HOUSE
Een hand met een three of a kind en een (ander) paar.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

G

GUTSHOT
Een straight die je met een enkele kaart aan de
'binnenkant' maakt. Als je bijvoorbeeld 5 en 6 in je hand hebt en de flop is
4-8-koning, kun je met een 7 en alleen met een 7 bij de turn of river een
'gutshot'-straight maken. Dit is het tegengestelde van een open-ended-straight,
die je met een van de twee kaarten aan de buitenkant maakt. De kans dat je een
gutshot maakt, is half zo groot als de kans op een open-ended straight.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

H

HAND
Vijf kaarten, bestaande uit de kaarten in de hand van
de speler en de gemeenschapskaarten

HEADS-UP
Een pot of toernooi gespeeld tegen slechts één andere
speler.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

I

IMPLIED ODDS (GEÏMPLICEERDE ODDS)
Rekening houden met toekomstige calls van andere
spelers als je met een draw een hand probeert te maken. Als je draw succesvol
is, verwacht je dat de anderen zullen callen met hun hand. Deze bedragen zijn
speculatief en niet concreet. Ze zijn nog niet ingezet en worden niet ingezet,
tenzij jij je kaart krijgt en ze jouw inzet callen. Daarom heet dit 'implied'
(geïmpliceerd).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

K

KICKER
Als je bij de showdown dezelfde hand als een andere
speler hebt, wint de speler met de hoogste kicker de pot. Als het board
7-7-5-5-2 is en je aas-koning en je tegenstander aas-vrouw heeft, win je omdat
jouw aas zijn koning verslaat. Jouw aas is de 'kicker'. In dit voorbeeld is de
hoogste kaart die een hand van vijf kaarten maakt de enige kaart die bepaalt of
je wint of verliest.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

L

LIMIT
Een structuur van het spel waarbij inzetten enverhogingen beperkt zijn tot een vast bedrag

LIMP
Ander woord voor callen, dat impliceert dat het geen
agressieve zet is.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

M

MUCK
Alle kaarten die tijdens een hand zijn weggegooid. Als
een speler ervoor kiest om te folden, gooit hij zijn hand 'in de muck' (hij
gooit ze weg).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

N

NO-LIMIT
Een structuur van het spel waarbij spelers hun
volledige stapel kunnen inzetten. Er is een minimumbedrag dat je moet inzetten,
maar geen maximumbedrag.

NUTS
De best mogelijke hand die je op een gegeven moment kan
hebben. Als je bijvoorbeeld 7's in je hand hebt en de flop is 7-6-2, heb je de
'nuts' op dit moment, want drie zevens zou de best mogelijke hand zijn. Als de
turnkaart een 5 is heb je niet langer de nuts, want degene die 8-9 in zijn hand
heeft en een straight maakt zou nu de nuts hebben. Als de river de laatste 7
is, zou je opnieuw de nuts hebben, want je hand is wederom de best mogelijke
hand.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

O

OFF-SUIT
Kaarten in je hand die niet dezelfde kleur hebben.

OMAHA
Een variatie van hold'em waarbij spelers vier kaarten
in de hand krijgen en er twee van moeten gebruiken om in combinatie met drie
van de vijf board-kaarten een hand te maken.

OPEN-ENDED
Een straight die je met een van de twee mogelijke
kaarten aan de buitenkant voltooit. Als je bijvoorbeeld 5-6 in je hand hebt en
de flop is 4-7-koning, maak je met een 3 of 8 bij de turn of de river een
open-ended straight. Je hebt tweemaal zoveel kans op een open-ended straight
als op een 'gutshot'.

OPEN-HANDED
Een categorie spellen die wordt gekenmerkt door het
feit dat een deel van ieders hand wordt getoond.

ORBIT
Nadat elke speler aan een tafel de dealer van een handis geweest. Elke keer dat je de button krijgt is een volledige orbit.
 
OUT
Een kaart die je hand verbetert. Als al het geld in hetmidden ligt en je een paar koningen krijgt terwijl je tegenstander een paarazen heeft, heb je een van de twee resterende koningen nodig - jouw twee 'outs'- om je tegenstander te verslaan.
 
OVER-CARDS
Kaarten in je hand die hoger zijn dan de kaarten van
het board of in de hand van je tegenstander. Als je bijvoorbeeld heads-up
speelt en iemand gaat all-in, laten de twee overige spelers hun hand zien. Als
het een paar zevens tegen aas-koning is, worden de aas en koning 'over-cards'
genoemd.

OVER-PAIR
In hold-em een paar 'in the hole' (in je hand) dat
groter is dan de gemeenschapskaarten op het board.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

P

PAIR
Twee kaarten met hetzelfde getal.

POCKET CARDS
De kaarten in je hand die niet tot de
gemeenschapskaarten behoren. In hold'em zijn het de twee kaarten in de hand. In
Omaha zijn het de vier kaarten in je hand. Ze worden ook wel 'hole cards'
genoemd.

POT-COMMITTED
Een situatie waarin je waarschijnlijk moet callen
vanwege de hoeveelheid geld in de pot ten opzichte van je resterende
hoeveelheid chips. In dergelijkse situaties zou het niet logisch zijn om te
folden.

POT-LIMIT
Een spelstructuur waarbij inzetten en verhogingen
worden beperkt door de huidige grootte van de pot.

POT ODDS
De verhouding geld in de pot ten opzichte van wat je
moet callen om te blijven spelen. Stel dat er € 100,00 in de pot zit. Iemand
biedt € 10,00, dus nu zit er € 110,00 in de pot. Het kost je € 10,00 om te
callen, dus je pot-odds zijn 11 tegen 1. Denk je dat de odds dat je hand de
beste is groter zijn dan 11 tegen 1? Zo ja, dan moet je callen. Als je dezelfde
odds van 11 tegen 1 hebt en je hebt nog geen hand gemaakt, maar de odds dat je
een betere hand trekt zijn groter dan 11 tegen 1, zou je ook moeten callen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------.

Q

QUAD
Four of a kind.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

R

RAINBOW (REGENBOOG)
In spellen met een flop is dit een flop waarbij geen
twee kaarten dezelfde kleur hebben. Bijv.: "De flop was aas-9-7
regenboog."

RAISE
Als je meer inzet dan het minimumvereiste voor een
call, waardoor je andere spelers dwingt om ook meer geld in te zetten.

RAKE
Het bedrag van elke pokerhand dat voor het huis is.

RING GAME
Een standaard pokerspel waarin bij elke hand geld wordt
ingezet.

RIVER
De laatste van de vijf gemeenschapskaarten.

ROCK
Ander woord voor iemand die 'tight' (conservatief)
speelt. Een rock kan orbit na orbit aan een tafel zitten zonder een pot te spelen.
Als hij meedoet aan een pot. weet je dat hij goede kaarten heeft.

ROYAL FLUSH
Een aashoge straight-flush, de best mogelijke hand in
standaardpoker.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

S

SATELLIET
Een toernooi met een lager inkoopbedrag, waarbij al het
geld van de deelnemers wordt samengebracht. In plaats van cash krijgen de
winnaars een plaats voor een toernooi van hogere waarde. Een satelliet van €
500,00 die een stoel toekent voor het WSOP.com Main Event (t.w.v. € 10.000,00)
kent aan elke twintig deelnemers in het satelliettoernooi één stoel toe.
Satelliettoernooien bieden spelers de kans om aan een duur toernooi deel te
nemen door in een goedkoper toernooi te winnen of een goede plaats te halen.

SEMIBLUF
Een bluf met een hand die kan worden verbeterd als de
bluf zelf niet effectief is.

SET
Een paar in je hand dat een aansluitende kaart op het
board krijgt, waardoor je een three of a kind maakt.

SHORT STACK
Als je minder chips hebt dan de rest van de spelers aan
de tafel of in het toernooi.

SHOWDOWN
Wanneer de spelers na de laatste biedronde hun kaarten
laten zien. Een pokerhand leidt alleen tot een showdown als er in de laatste
biedronde callers zijn, of als iemand voorafgaand aan de laatste biedronde
all-in gaat.

SIDE POT
Afzonderlijk van de hoofdpot. Als een of meer spelers
all-in gaan, is de hoofdpot de pot waaraan de spelers die all-in zijn gegaan
hebben bijgedragen. Een side pot bestaat uit aanvullend geld dat door de
overige spelers is ingezet. Als meer dan één speler all-in gaat, kunnen er
meerdere side pots zijn. Een speler die all-in gaat, kan alleen potten winnen
waaraan hij heeft bijgedragen.

SIT-AND-GO
Een pokertoernooi dat begint wanneer een bepaald aantal
spelers zich heeft aangemeld. Zoals de naam aangeeft, 'zit' je ('sit', je meldt
je aan), en wanneer er genoeg andere spelers zijn om het spel te starten, begin
je ('go').

SLOW PLAY
Wanneer je andere spelers in het spel probeert te houden
door je hand minder agressief dan nodig te spelen, zodat ze je inzetten callen.
Als je bijvoorbeeld een full house flopt, is het onwaarschijnlijk dat iemand
jouw hand verslaat. Als je de hand langzaam speelt, kunnen andere spelers hun
hand maken en je inzetten blijven callen.

SMALL BLIND
De kleinere van de twee blind bets. De plaats direct
links van de dealer button en rechts van de big blind.

SPLIT POT
Wanneer twee of meer spelers dezelfde hand maken en de
pot tussen twee even hoge handen wordt verdeeld.

STRADDLE
Een facultatieve inzet voordat de kaarten wordengedeeld, meestal door de speler links van de big blind. Het straddlebedrag istweemaal de big blind (even groot as een toegestane verhoging). De straddlerverdient de 'optie' van de big blind. Hij kan opnieuw verhogen als hij weeractie moet ondernemen. Een straddle is alleen gebruikelijk bij een cash-game enis meestal niet toegestaan tijdens een toernooi.
 
STRAIGHT
Een hand van vijf opeenvolgende kaarten die nietdezelfde kleur hebben.
 
STRAIGHT FLUSH
Een hand van vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde
kleur.

STRING BET
Het aarzelend of met meerdere bewegingen plaatsen van
een inzet op tafel. String bets zijn niet toegestaan en de dealer verwijdert de
toegevoegde hoeveelheid van de inzet als hij vaststelt dat de inzet een string
bet was. String bets zijn niet toegestaan omdat ze gebruikt kunnen worden om
reacties van andere spelers te peilen voordat het volledige bedrag van de
verhoging wordt geplaatst.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

T

TELL
Een interpretatie van een fysieke actie of
inzetstrategie die de sterkte van iemands hand lijkt te onthullen. De beste
spelers geven zelf niet veel tells weg, maar zijn in staat om tells van hun
tegenstanders te herkennen. Zo weten ze hoe ze de hand moeten spelen.

TILT
Meestal het resultaat van een zwaar verlies of een
reeks zware verliezen. Een speler slaat 'op tilt' als hij roekeloos begint te
spelen. De term zou zijn afgeleid van een flipperkast die op tilt slaat.

TIME
Vragen om meer tijd om na te denken. Een speler vraagtom tijd om te voorkomen dat de dealer de hand eindigt vanwege inactiviteit.Andersom kunnen spelers om een 'klok' vragen als ze vinden dat een speler teveel tijd neemt om besluiten te maken, zodat de vaart in het spel blijft.
 
TOERNOOI
Een pokerevenement met een of meer tafels waarbij alle spelers met
dezelfde hoeveelheid chips beginnen. Ze spelen totdat alle spelers hun chips hebben
verloren, iemand de laatste speler met alle chips is of de resterende spelers
akkoord gaan om het spel te beëindigen. Bij een toernooi kopen de spelers zich
in tegen een bepaald bedrag. Dit bedrag gaat in de prijzenpot die aan de beste
spelers wordt uitgedeeld, meestal de laatste 10% van de resterende spelers. Je
kunt bij een toernooi niet opstaan en je chips meenemen zoals bij een
cash-game. Je doet mee tot het toernooi is afgelopen.

TOP PAIR
Een paar met de hoogste kaart op het board. Als je bijvoorbeeld een aas
en een 7 in je hand hebt en de flop is 3-4-7, heb je een 'top pair' met een aas
als kicker. Als je een hoger paar dan 7's in je hand hebt, heb je een
over-pair.

TRIPS
Ander woord voor three of a kind.

TURN
De vierde gemeenschapskaart. Hij wordt individueel en met de voorkant
naar boven gelegd. Ook bekend als 'Fourth Street' (vierde straat).
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

U

UNDER THE GUN
De speler die op de plaats zit die als eerste actie moet ondernemen.
Voorafgaand aan de flop is het de plaats direct links van de big blind. Bij de
volgende biedronden is het de plaats links van de button.